In
mijn eerste jaren als leidinggevende in het onderwijs was ik vrij stellig: “Wat
in de wandelgangen wordt besproken, is er voor mij niet. Wanneer iemand iets
echt belangrijk genoeg vindt, weet diegene waar ik zit en dat ik altijd bereid
ben om in gesprek te gaan”.
Ondertussen
weet ik dat juist de wandelgangen van groot belang zijn. Dat is waar de echte
gesprekken worden gevoerd, waar men echt zegt wat men vindt. Het is juist de
taak van de leidinggevende om daar open voor te staan en daar het oor te
luisteren te leggen.
Tot
dat inzicht kwam ik tijdens een workshop met Thijs Homan.
Hij
vertelde over onstage- en offstage gedrag. Het onstage-gedrag is het gedrag dat
medewerkers vertonen wanneer de leidinggevende in de ruimte is. Het
offstage gedrag is het gedrag dat medewerkers vertonen wanneer de
leidinggevende er niet bij is. Ik vind het mijn taak om ervoor te zorgen dat
medewerkers het niet meer nodig vinden om zich anders te gedragen wanneer er
wel of juist niet een leidinggevende in de buurt is.
Hoe
doe je dat? Door veel informele gesprekken te voeren met medewerkers in
verschillende samenstellingen en daarbij echt te luisteren. Drie vragen zijn
hierbij van belang, namelijk:
Wat is
er aan de hand? Wat betekent dat? Hoe nu verder?
Dat
klinkt eenvoudig, maar hoe kan het dan dat zoveel leidinggevenden (inclusief
mijzelf) dit niet in voldoende mate voor elkaar krijgen?
Volgens mij zijn we te
druk met twee zaken, namelijk onze plannen (die we vaak van bovenaf opleggen)
en de waan van de dag. Beide zaken zorgen ervoor dat de agenda en de
takenlijsten gevuld zijn en er weinig ruimte overblijft voor de informele
gesprekken.
Volgens
Thijs Homan (2013) zou een goede leider zich vooral bezig moeten houden met het
vinden van positieve ontwikkelingen, het beschermen van prille innovatiezaden
en het faciliteren van hetgeen zichzelf ontwikkelt. Dit betekent dat de
schoolleider vooral op de werkvloer op zoek gaat naar hetgeen er al gebeurt en
vervolgens de juiste mensen en ideeën met elkaar verbindt. De gesprekken in de
wandelgang, bij het koffieapparaat en in het fietsenhok zijn dan juist de
gesprekken die ertoe doen.
In het
onderstaande filmpje vertelt Thijs Homan hierover.